Hulpmiddelen bij het faunabeheer.



Na het schot:
Munitie klein wild:
Voor kleind wild worden afhankelijk van de wildsoort verschillende kaliber hagelpatronen met verschillende hagelnummers gebruikt. Ook verschilt de lading per patroon. waarbij een laag nummer met een grove korrel gevuld is en een hoog nummer met een fijnere korrel. Het kaliber geeft de doorsnede-indicatie van de loop aan:
kaliber 12
kaliber 16
kaliber 20
Het hagelnummer geeft de dike van de hagelkorrel aan.
Een laag nummer duidt de grovere korrel aan.
Een hoog nummer duidt een fijnere korrel aan.
Iedere te bejagen diersoort kent zijn voorkeursgrootte, waarbij door de combinatie van grootte korrel en lading de optimale dodende werking is gevonden.
Hagelnr.:
Wildsoort:
gr. Lading
1
gans
32
36
42
2
3
gans
32
36
42
4
haas, gans
24
26
32
35
5
eend/fazant
24
26
32
35
39
6
7
duif, kraai