Meldt altijd uw faunaschade.

Voor een correct lokaal en landelijk cijfermatig inzicht van de gevolgen van de aanwezigheid van de populaties dieren en vogels (fauna) voor de natuur, verkeer, gebouwen, landbouw en veeteelt is het van groot belang, dat alle wildschade wordt geregistreerd. Uitvoeringsorganisatie BIJ12 heeft daartoe het Faunaschade Registratie Systeem (het FRS) ontwikkeld en landelijk beschikbaar gesteld.
























Grondslagen faunabeheer.

UNIT FAUNAFONDS.

Het Faunafonds is op werkdagen bereikbaar via:

Postadres: BIJ12/Unit Faunafonds, Leidseveer 2, 3511 SB  Utrecht

Meer informatie: www.faunafonds.nl
 
Dank zij de toestemming van het faunafonds kan op de onderliggende pagina's worden doorgelinkt naar de betreffende, actuele detailinformatie op de Website van het faunafonds. Wij zijn daar het faunafonds bijzonder erkentelijk voor.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Beleidsregels provincie Zuid-holland.
Op grond van artikel 67 van de Flora- en faunawet mag schadebestrijding in de provincie Zuid-holland plaatsvinden op grond van de belangen die in desbetreffende artikel zijn genoemd.
 
Volksgezondheid
Om de gezondheid van de mens bij zwemmen in oppervlaktewater te beschermen, is sinds maart
2006 de Europese Zwemwaterrichtlijn van kracht (2006/7/EG). Deze richtlijn geldt voor alle
oppervlaktewateren waaraan een zwemwaterfunctie is toegekend. In de richtlijn zijn eisen voor de
bacteriologische kwaliteit opgenomen, waaraan de zwemwateren moeten voldoen. Daarnaast
geldt de verplichting dat er passende beheersmaatregelen worden genomen om te voldoen aan
de gestelde bacteriologische kwaliteitseisen.
De Nijlgans en de verwilderde, gedomesticeerde grauwe gans bedreigen de volksgezondheid als
zij in groten getalen aanwezig zijn in en bij wateren, waaraan een zwemwaterfunctie is
toegekend. De uitwerpselen van deze ganzen kunnen direct, of via afspoeling van zwemstranden
en/of ligweiden, leiden tot ontoelaatbare hoge concentraties aan faecale bacterien in het
zwemwater. Waterbeheerders meten in zwemwateren regelmatig overschrijdingen van de
normen voor faecale bacterien zoals gedefinieerd in de genoemde Zwemwaterrichtlijn. Als
dergelijke overschrijdingen het gevolg zijn van groepen van de Nijlgans en/of de verwilderde,
gedomesticeerde grauwe gans moeten maatregelen genomen worden vanwege de
volksgezondheid.
 
Openbare veiligheid
De muskusrat vormt een ernstige bedreiging voor de openbare veiligheid vanwege schade die
door graafwerkzaamheden aan dijken, oevers, dammen en kaden wordt toegebracht. Door het
ondergraven van deze werken kunnen dijkverzakkingen optreden waardoor de kans op
dijkdoorbraken wordt vergroot. In Zuid-Holland dat voor een groot gedeelte onder zeeniveau ligt,
levert schade aan waterstaatswerken een groot risico op. Wij achten het praktisch niet mogelijk
om preventieve maatregelen (zoals muskusrattenwerende doeken) te nemen die de kans op
schade aan dijken en kaden voorkomt. Bovendien brengen maatregelen zoals muskusrattenwerende
doeken een verslechtering van de vegetatie en indirect van de biotoop van een groot
aantal beschermde diersoorten teweeg. Deze maatregelen kunnen derhalve niet als een andere
bevredigende oplossing worden gezien.
 
Landbouwschade
De Nijlgans en de verwilderde/gedomesticeerde grauwe gans en verwilderde postduif
veroorzaken landbouwschade aan grasland en akkerbouwgewassen. Verzoeken om
tegemoetkomingen van faunaschade worden door het Faunafonds afgewezen (en schade wordt
derhalve niet getaxeerd) omdat deze soorten niet zijn aan te merken als beschermde, inheemse
vogelsoorten.
Gelet op de schadecijfers aan landbouwgewassen van verschillende beschermde ganzensoorten
die door het Faunafonds worden geregistreerd is het aannemelijk dat de niet beschermde
ganzensoorten eveneens schade aan landbouwgewassen veroorzaken. Dit wordt op pagina 69
bevestigd in het Sovonrapport "Overzomerende ganzen in Nederland: grenzen aan de groei?."
Ook van verwilderde duiven is aannemelijk dat zij schade aan landbouwgewassen veroorzaken
nu voor andere beschermde duivensoorten, zoals de houtduif bijvoorbeeld, een landelijke
vrijstelling ex artikel 65 derde lid van de wet ter voorkoming van schade aan gewassen, vee,
bossen, bedrijfsmatige visserij en wateren en schade aan fauna door de minister van Landbouw,
Natuur en Voedselkwaliteit is gegeven.
 
Belang flora en fauna
 
Algemeen
Met uitzondering van de verwilderde, gedomesticeerde grauwe gans horen de hierboven
besproken soorten niet van oorsprong in ons land thuis. Deze soort bezetten vaak een
ecologische niche die geheel/gedeeltelijk overlapt met die van beschermde, inheemse soorten.
Sommige soorten kunnen zich zo explosief ontwikkelen, dat zij beschermde, inheemse soorten
verdringen of wegconcurreren en zij kunnen een bedreiging vormen voor de biodiversiteit.
Daarnaast kunnen de eerder besproken onbeschermde soorten schade aan flora en fauna
aanrichten. Ze kunnen beschermde vogelsoorten (waaronder bodembroeders) en beschermde
(kleinere) zoogdieren en of ambifien zoals Noordse woelmuis, waterspitsmuis en heikikkers
gepredeerd worden door soorten als de verwilderde kat en verwilderde nerts.
Wij vinden deze ontwikkelingen niet gewenst en zeker gezien het feit dat een aantal soorten
afgelopen tientallen jaren aanzienlijk zijn toegenomen.
 
Concurrentie per soort
 
Ganzen.
Van de nijlgans is bekend dat deze een (agressieve) concurrent kan zijn voor voedsel- en
nestplaatsen met andere ganzensoorten.
Van de verwilderde gedomesticeerde grauwe gans is voldoende aannemelijk dat zij concurreert met de grauwe gans. De aanwezigheid van gedomesticeerde, grauwe ganzen vormt vaak voor andere (m.n. grauwe) ganzen aanleiding om zich in hetzelfde gebied te vestigen, waarschijnlijk vanwege geschiktheid en de voedselsituatie in het gebied. Dat leidt er toe dat de maximale ruimte die er is voor een populatie grauwe ganzen in een gebied, zonder dat onaanvaardbare schade
optreedt aan landbouwgewassen, kleiner is als een (groot) deel van deze ruimte reeds wordt
ingenomen door verwilderde gedomesticeerde ganzen.
 
Rosse Stekelstaart.
Van de rosse stekelstaart is bekend dat zijn aanwezigheid door verdringing en bastaardering de Europese witkopeend (Oxyura leucocephala) kan doen verdwijnen. De Europese witkopeend is een in de Europese Unie alleen in Spanje voorkomende soort welke daar enkele tientallen jaren geleden door overbejaging en biotoopvernietiging op het punt stond uit te sterven, maar waarvan door beschermingsmaatregelen de populatie inmiddels weer tot enkele honderden paren is gestegen. Het staat evenwel vast dat deze soort op korte termijn alsnog zal uitsterven als de vestiging van rosse stekelstaarten niet wordt tegengegaan. In Spanje wordt de rosse stekelstaart daarom zoveel mogelijk bestreden. In het Verenigd Koninkrijk is een grote populatie van duizenden rosse stekelstaarten ontstaan door jarenlang niet in te grijpen. Inmiddels wordt wel ingegrepen en is de populatie at tot de helft teruggebracht. In Nederland is de populatie nog klein, zodat op dit moment met een kleine bestrijdingsinspanning het gewenste resultaat kan worden behaald.
 
Verwilderde kat en nerts.
De verwilderde kat is een voedselconcurrent voor beschermde, inheemse soorten zoals
hermelijn, wezel, roerdomp en ooievaar.
Van de verwilderde nerts is bekend dat zijn aanwezigheid de ernstig bedreigde Europese nerts (Mustela lutreola) doet verdwijnen. Weliswaar komt deze laatste soort niet in Nederland voor, maar ook voor de otter (Lutra lutra) is de verwilderde kat een potentiele concurrent die naar alle waarschijnlijkheld weliswaar deze soort niet geheel verdrijft maar wel de stand negatief beïnvloedt.
 
Om bovenstaande reden achten de provincie het gewenst dat de stand van de besproken soorten zoveel mogelijk wordt beperkt. Ook al zou het beschreven effect zich bij de introductie van een soort slechts in beperkte mate kunnen voordoen, dient dit in de context te worden geplaatst van de in soortental en popuiatie steeds grotere aantallen voorkomende verwilderde exoten in Zuid-Holland. Voor de genoemde soorten streven wij ernaar dat de verwilderde populatie in het Zuid-Hollandse buitengebied zo klein mogelijk wordt en blijft.
 
Bron: Provincie Zuid-holland. Aanwijzingsbesluit ex artikel 67 Flora- en faunawet (PZH-2007-399175)

Faunaschade aan de fauna.
Een bijzondere vorm van faunaschade is de schade aan de in het wild levende fauna door stropen. Dit is het wederrechtelijk verkrijgen van in het wild levende fauna. Dit vindt plaats door mensen (stropers), maar ook door (verwilderde) huisdieren, zoals hond en kat. De grondeigenaar of de jachthouder is formeel juridisch eigenaar van de in het wild levende fauna.
Regelmatig komt het voor, dat niet-geautoriseerde personen met behulp van strikken, vallen, "lange honden" (hazewindhinden, whippets of greyhounds) of zelfs met vuurwapens illigaal wild proberen te bemachtigen of vis te vangen. Meestal voor de eigen "pot", maar vaak ook uit geldelijk gewin voor de verkoop aan restaurants en poeliers.
          
Loslopende honden.
En minder bekend, maar ook met enige regelmaat voorkomende schade is de schade veroorzaakt door loslopende, stropende honden. Komen deze honden wild tegen op hun strooptocht, dan jagen zij het wild op en vangen het vaak. Zeker wanneer twee of meer honden gezamenlijk jagen is het wild vrijwel kansloos. De foto's van door honden aangevallen reeën, hazen, konijnen of grote watervogels zijn bekend.  Ook schapen en geiten zijn soms slachtoffer. De baas van deze honden zijn dan veelal onvindbaar, want de kans op een financiele boete of schadeclaim is groot. De enige manier om dit te voorkomen is deze honden alleen aangelijnd uit te laten. Helaas vinden sommige bazen, dat hun hond welopgevoed zijn en niet meer beschikken over hun natuurlijke instincten en laten zij deze hinden vrij rondrennen met alle gevolgen van dien. De WBE roept alle hondenbezitters op om hun verantwoordelijkheid te nemen en de honden bij het uitlaten altijd aan te lijnen
.


De wildbeheereenheid is de vereniging van lokale jachthouders en jagers die uitvoering geeft aan verantwoord en duurzaam wildbeheer.